De voorlopers van het Karate kenden een zeer praktijkgerichte aanpak waarin de focus volledig lag op zelfverdediging. Alle training stond in het teken daarvan, iets wat tegenwoordig sterk veranderd is. Van bij de introductie van het Tode op de scholen in Japan, kwam het Kata (Stijloefeningen) sterk op de voorgrond te staan. Om dit makkelijker aan te leren, ontwikkelden Sensei Gichin Funakoshi en zijn zoon Gigo het Kihon (Basisoefeningen). Later, na uitdagingen door andere scholen om elkaar te ‘bevechten’ ontwikkelde zich ook het Kumite of sparren. In de meeste scholen wordt vandaag de dag volgens deze 3K-aanpak gewerkt. Naast de 3K’s zijn er echter nog Bunkai (Ontmantelen van technieken) dat gebruikt wordt om via Kihon en Kata aan Goshinjutsu  (Zelfverdediging) te kunnen doen en Hojo Undo (Bijkomstige training of Lichaamsontwikkeling).

Kihon of Basistraining is de training waarin alle technieken van het karate worden ingeoefend. De focus ligt op het correct leren uitvoeren van de technieken en dit meestal zonder een partner. Kihon of Basistraining is niet Basis als in ‘eenvoudig’, maar basis als in ‘fundamenteel’. Het zijn de fundamentele technieken die je moet beheersen alvorens je ‘iets’ met je karate kan doen. Het zijn de letters waarmee je woorden leert maken.

Kata is de formele oefenvorm in de meeste 'traditionele' vechtsporten. Het is een onderdeel dat onlosmakelijk met de oorspronkelijke bedoeling van de vechtsporten en de krijgskunsten verbonden is, maar dat ook enorm vaak fout wordt begrepen. Katas zijn vaste reeksen van technieken, die in een vast patroon gelopen moeten worden. Het zijn echter geen dansjes, maar blauwdrukken van volledige zelfverdedigingssystemen.

Kumite betekent 'worstelende of vechtende handen' en is de Japanse benaming voor het sparren. Tijdens het sparren gebruiken karatekas de handen, onderarmen, ellebogen, voeten, schenen en knieën om elkaar te slaan of te trappen. Vastgrijpen of clinchen wordt meestal niet toegestaan, maar dit verschilt tussen de verschillende stijlen en organisaties. Ook de mate waarin contact gemaakt mag worden (hoe hard en waar je elkaar mag raken) hangt af van je specifieke karatestijl en -organisatie.

Bunkai betekent letterlijk 'afbreken' of 'ontmantelen'. In het karate gebruiken we deze term voor het analyseren van katas om er zelfverdedigingstoepassingen in terug te vinden.

Op basis van de technieken en strategieën die je je tijdens Bunkai eigen maakt, kan er op Goshinjutsu geoefend worden. Goshinjutsu is zelfverdediging en is dus een erg breed onderdeel van het karate. Het draait om hoe te reageren op bepaalde situaties, bepaalde situaties inschatten en ontwijken en om jezelf en anderen in veiligheid brengen wanneer een situatie niet meer veilig is.

Hojo undo (letterlijk: Bijkomstige oefeningen) is alle training die als doel heeft de kracht, conditie en lenigheid van karatekas te verbeteren. Het is je lichaam zo ontwikkelen dat je er het maximum kan uithalen tijdens de rest van je karatetraining en dus een enorm belangrijk onderdeel van je karatetraining. 

© website powered by Twizzit.com