In het kader van 'De Trainer op 1' gaan we met Jeugdsportnet Zuiderkempen in de periode 2023-2026, mede dankij de steun van Sport Vlaanderen en vele andere partners, op zoek naar manieren om nieuwe trainers te rekruteren, de huidige trainers langer te behouden, het aantal exit-trainers te beperken en ex-trainers de reïntegreren. We geven onszelf de ruimte om slimme experimenten op te zetten.
Terugblik op een week vol ontmoeting, inspiratie en samenwerking
Start 2 Coach
Stand van zaken inschrijvingen per gemeente voor opleidingen najaar 2025
-
Balen: 15 inschrijvingen
-
Kasterlee: 6 inschrijvingen
-
Dessel: 1 inschrijving
-
Mol: 3 inschrijvingen
De trainer op 1
Eindrapport
-
Momenteel schrijven we het inhoudelijk en financieel eindrapport.
-
Deadline: ten laatste op 31 juli 2025.
Eerste inzichten uit cijfers 2024-2025 (Volleybal en Korfbal)
Aantal jeugdtrainers
-
Licht stijgend aantal jeugdtrainers tegenover vorig seizoen.
Diploma’s van jeugdtrainers
-
Veel jeugdtrainers hebben nog geen diploma.
-
Beperkt aantal trainers met Initiator-diploma, al is er in sommige clubs een lichte stijging.
-
Meer trainers behalen Start 2 Coach-attest.
-
Trainers met hogere diploma’s (zoals Instructeur B of Trainer B) zijn nog steeds in de minderheid.
Leeftijd van de trainers
-
De meerderheid is tussen 14 en 24 jaar.
-
Oudere trainers (tot 50+) zijn uitzonderlijk, maar wel aanwezig in enkele clubs.
-
Verjonging van de trainersgroep is duidelijk zichtbaar.
Ervaring van de trainers
-
De meeste trainers hebben 1 tot 4 jaar ervaring.
-
Weinig trainers hebben meer dan 4 jaar ervaring.
-
Dit toont:
-
Een structurele vernieuwing binnen clubs.
-
De nood aan begeleiding voor beginnende trainers.
-
Kempense Korfbalacademie – KSP (Kempens Scheidsrechter Project)
Rol van de refverantwoordelijke
-
Coördineert, activeert en enthousiasmeert alles rond scheidsrechters binnen de club.
-
In grotere clubs (>200 leden): een essentiële functie.
-
In kleinere clubs: vaak een extra taak voor een bestaande clubverantwoordelijke.
Begeleiding en expertise
-
Dirk Van Heertum, ex-topref met internationale ervaring, is al meer dan 5 jaar onze expert.
-
Actief op:
-
Grote korfbaltornooien (begeleiding van jonge refs).
-
Refcafé (nieuwe werkvorm sinds dit seizoen), inhoudelijk ondersteund door Dirk.
-
'Stressmanagement' bij het vinden en behouden van jeugdtrainers in een jeugdsportclub verwijst naar hoe een club omgaat met de druk en spanningen die ontstaan door het structurele tekort aan trainers, het onvoorspelbare verloop (trainers stoppen onverwachts), en de nood om telkens weer snel oplossingen te vinden.
Wat betekent dat concreet?
Clubs die deze uitdaging met 'stressmanagement' aanpakken, hanteren vaak een kortetermijnaanpak, zoals:
-
Paniekacties vlak voor het seizoen begint (last-minute zoeken van trainers)
-
Trainers uit andere ploegen 'tijdelijk' laten inspringen
-
Ouders zonder opleiding of ervaring vragen om bij te springen
-
Geen structurele evaluatie of ondersteuning van trainers, enkel 'brandjes blussen'
Nadelen van deze aanpak:
-
Continue druk op bestuur en coördinatoren
-
Hogere kans op uitval van trainers door overbelasting
-
Gebrek aan continuïteit en kwaliteit in de jeugdwerking
-
Lage motivatie bij trainers door het gevoel van ‘noodoplossing’ te zijn
Alternatief: duurzame werking
In plaats van te focussen op stressmanagement, is het beter om te investeren in een duurzame structuur, o.a.:
-
Jaarplanning: ruim op voorhand bepalen wie welke ploeg zal trainen, met evaluatiemomenten
-
Meerjarenplan: visie ontwikkelen rond opleiding, instroom en retentie van trainers
-
Trainersbeleid: inclusief opleiding, begeleiding, waardering en doorgroeimogelijkheden
-
Betrokkenheid vergroten: ouders en jongeren stelselmatig betrekken en voorbereiden op trainersrollen
Samenvatting
Stressmanagement = symptoombestrijding.
Duurzaam beleid = oorzaak aanpakken en toekomstgericht werken.
Clubs die voortdurend brandjes blussen, blijven in een vicieuze cirkel van stress. Wie inzet op een structurele, stabiele werking, creëert rust, kwaliteit en behoudt zijn trainers beter op lange termijn.
De overstap van symptoombestrijding (ad hoc) naar een duurzame, toekomstgerichte werking is moeilijk, vooral in vrijwilligersgeleide clubs, om een aantal samenhangende redenen:
1. Vrijwilligers hebben beperkte tijd en energie
Vrijwilligers doen dit vaak naast hun job, gezin of andere engagementen. Daardoor:
-
Reageren ze vooral op wat dringend is, niet op wat belangrijk is op lange termijn.
-
Is er weinig ruimte voor reflectie, visieontwikkeling of strategisch werken.
-
Wordt 'brandjes blussen' de norm, simpelweg omdat men anders geen tijd heeft.
2. Gebrek aan professionele ondersteuning of kennis
Veel clubs hebben geen toegang tot:
-
Begeleiding of opleiding in clubbeleid, planning of organisatie.
-
Voorbeelden van goede praktijken of methodieken rond duurzame werking.
-
Mensen met ervaring in veranderingsprocessen.
Daarom vallen clubs snel terug op "hoe we het altijd gedaan hebben".
3. Hoge afhankelijkheid van een kleine kern
In veel clubs dragen enkele vrijwilligers het grootste deel van de werking:
-
Als die wegvallen of uitbranden, valt alles stil.
-
Verandering vraagt energie en samenwerking, maar de kern zit vaak al aan haar limiet.
-
Nieuwe ideeën worden soms als extra werk gezien, niet als oplossing.
4. Weerstand tegen verandering
Vrijwilligers kiezen voor engagement in de club vaak omwille van:
-
De sport, hun kinderen, of de sociale contacten — niet om beleid te maken.
-
Daarom is er soms weinig draagvlak om processen te herdenken of plannen te maken.
-
Er leeft vaak een 'we zijn al blij dat het draait'–mentaliteit, waardoor verandering als risico wordt gezien.
5. Geen directe prikkel tot duurzaamheid
Zolang:
-
de teams blijven spelen,
-
er net genoeg trainers zijn,
-
en de ouders tevreden genoeg zijn,
...lijkt het alsof de club 'functioneert'.
Maar dit is vaak schijnbare stabiliteit.
Zonder externe prikkels (bv. subsidies die afhankelijk zijn van beleid, of samenwerking met federaties) ontbreekt de motivatie om verder te kijken.
6. Cultuur van 'doeners', weinig ruimte voor 'denkers'
Vrijwilligers in sportclubs zijn vaak praktisch en actiegericht:
-
Ze zijn goed in organiseren van tornooien, trainingen, vervoer, enz.
-
Strategie, visie en planning worden gezien als iets voor 'grote clubs' of 'bureaucratie'.
Zonder cultuur waarin plannen maken gewaardeerd wordt, blijft het bij ad hoc werken.
Samengevat:
Vrijwilligerswerking + beperkte tijd + gebrek aan ondersteuning = vatbaar voor symptoombestrijding.
Overgang naar duurzaamheid vraagt tijd, energie, visie én begeleiding — dingen die in vrijwillige context niet vanzelf aanwezig zijn.
Wat kan helpen?
-
Kleine eerste stappen in duurzame richting (bv. jaarlijks moment van reflectie).
-
Ondersteuning door federaties of externe experten.
-
Samenwerkingen tussen clubs om kennis en werklast te delen.
-
Erkenning en waardering voor vrijwilligers die mee willen bouwen aan toekomstvisie.
Stappenplan naar een duurzame clubwerking
1. Bewustwording en erkenning
Doel: Duid maken waarom verandering nodig is.
-
Organiseer een moment (bv. bestuursvergadering of clubavond) om te bespreken:
-
Waar botsen we telkens op (bv. trainers zoeken)?
-
Wat kost dat ons qua energie, tijd en motivatie?
-
-
Benoem de huidige aanpak als adhoc/stressmanagement en erken dat dit op termijn niet houdbaar is.
-
Creëer draagvlak: de wil om iets te veranderen moet gedeeld zijn.
Praktijkidee: Een SWOT-analyse maken met de kernvrijwilligers.
2. Stel een kleine werkgroep “toekomst” samen
Doel: Laat niet alles op de schouders van het bestuur terechtkomen.
-
3 à 5 geëngageerde mensen (mag ook buiten bestuur zijn).
-
Krijgt een duidelijke opdracht: nadenken over waar de club naartoe wil en hoe.
-
Houd het praktisch, doelgericht en beperkt in tijd.
Tip: Betrek minstens één jeugdtrainer en één ouder.
3. Bepaal de visie en kernwaarden
Doel: Weten waarvoor je als club wil staan.
-
Wat is onze missie als jeugdclub?
-
Wat vinden wij belangrijk in onze jeugdwerking (bv. plezier, vorming, prestatiedrang, engagement)?
-
Welke rol willen we spelen in de buurt/gemeente?
Praktijk: Maak een “visie op jeugdwerking” op 1 A4’tje – dit wordt de basis voor je beleid.
4. Maak een jaarplan (kortetermijnstructuur)
Doel: Voorspelbaarheid creëren voor vrijwilligers en trainers.
-
Bepaal per maand of per seizoen:
-
Wat moet wanneer gebeuren? (bv. instroom nieuwe trainers, evaluatiegesprekken)
-
Wie is verantwoordelijk?
-
-
Gebruik tools zoals een gedeelde kalender of Trello/Google Sheet.
Praktisch voorbeeld: “In februari starten we met gesprekken voor volgend seizoen.”
5. Werk aan een meerjarenplan (3 jaar)
Doel: Niet telkens opnieuw beginnen.
-
Welke structurele doelen wil je bereiken? Voorbeeld:
-
Elk team heeft tegen jaar 3 een opgeleide trainer.
-
De instroom van nieuwe trainers wordt systematisch aangepakt via een mentorprogramma.
-
-
Werk in eenvoudige doelstellingen met jaardoelen.
Structuurvoorbeeld:
6. Bouw een trainersbeleid uit
Doel: Trainers vinden én behouden door structuur en waardering.
-
Maak duidelijk:
-
Hoe instroom verloopt (bv. ouders aanspreken bij U8).
-
Wat begeleiding inhoudt (mentorschap, overlegmomenten).
-
Welke waardering er is (kledij, opleiding, kleine vergoeding, appreciatie).
-
-
Plan jaarlijks een trainersmoment of evaluatiegesprek.
Tip: Gebruik een “trainersfiche” met basisafspraken, ondersteuning en doelen.
7. Evalueer en stel bij
Doel: Leren uit ervaring zonder in chaos te vervallen.
-
Plan een jaarlijks reflectiemoment:
-
Wat liep goed?
-
Wat werkte niet?
-
Welke aanpassing doen we volgend jaar?
-
-
Hou het bondig en herhaalbare.
Tip: Gebruik 1 vast sjabloon (bv. “jaarverslag jeugdwerking” van 2 pagina’s).
Tot slot: hou het werkbaar
-
Niet perfect, wel consistent: Beter 80% uitgevoerd dan 100% uitgesteld.
-
Gebruik bestaande ondersteuning: Vraag hulp aan sportfederatie, lokale sportdienst of een coach.
-
Betrek mensen: Ouders, jongeren, ex-trainers hebben vaak ideeën of tijd als het duidelijk en beperkt is.
Hieronder vind je een continuüm (schaal) met aan de linkerkant een pure ad-hoc organisatie en aan de rechterkant een duurzame organisatie in de context van een jeugdsportclub.
Continuüm: Van Ad-hoc naar Duurzame Organisatie
1 Ad-hoc | 2. Reactief | 3. Structuur | 4. Strategisch | 5. Duurzaam |
Uitleg per fase:
Fase | Kenmerken | Risico’s | Voorbeeldsituaties |
---|---|---|---|
1. Ad-hoc | Alles gebeurt last-minute. Geen jaarplan, geen beleid. Trainers worden elk jaar in paniek gezocht. | Hoge stress, uitval van vrijwilligers en trainers. | "Wie wil er deze week U11 trainen? We hebben nog niemand." |
2. Reactief | Men probeert problemen op te lossen wanneer ze zich voordoen. Er zijn losse afspraken, weinig structuur. | Tijdgebrek en overbelasting leiden tot fouten of uitval. | "We hebben iemand gevonden voor dit jaar, volgend jaar zien we wel." |
3. Structuur groeit | Er zijn plannen en repetitieve momenten, zoals een jaarplanning en basisevaluaties. | Structuur kan wankel zijn als enkele mensen afhaken. | "We starten elk jaar in maart met het zoeken van trainers." |
4. Strategisch denken | Men plant bewust op meerdere jaren. Duidelijke visie en doelen. Vrijwilligers worden begeleid. | Verandering vraagt tijd en volgehouden inzet. | "Onze visie is: iedereen moet kunnen sporten, met een vaste begeleider." |
5. Duurzaam beleid | Club heeft heldere visie, jaar- en meerjarenplan, stabiel team, actieve opvolging, beleidscyclus. | Inspanning nodig om te blijven evalueren en bijsturen. | "We hebben een plan voor de instroom, opleiding én opvolging van trainers tot 2027." |
Gebruik van het continuüm
Je kunt dit continuüm gebruiken om:
-
De huidige positie van je club te bepalen (bv. met het bestuur of een werkgroep).
-
Doelstellingen te formuleren: “We zitten in fase 2, we willen binnen 1 jaar naar fase 3.”
-
Acties te koppelen per fase (bv. in fase 3: opstart van mentorwerking voor nieuwe trainers).
Laten we het continuüm toepassen op het specifieke thema 'trainers vinden en behouden' in jeugdsportclubs.
Hieronder geef ik per fase (1 t.e.m. 5) de typische kenmerken van hoe clubs omgaan met dit thema.
Continuüm: Trainers vinden en behouden (5 fasen)
Fase | Benaming | Kenmerken m.b.t. trainers vinden en behouden |
---|---|---|
1 | Ad-hoc organisatie | - Trainers worden last-minute gezocht ("paniekmodus") - Geen overzicht of databank van (potentiële) trainers - Geen beleid rond opleiding of behoud - Geen opvolging, feedback of appreciatie voor trainers |
2 | Reactief, overbelast | - Enkele vrijwilligers proberen gaten te vullen zodra er zich een probleem voordoet - Sommige trainers blijven toevallig hangen, anderen verdwijnen stilletjes - Er wordt pas nagedacht wanneer iemand vertrekt |
3 | Structuur ontstaat | - Er is een vaste timing om nieuwe trainers te zoeken (bv. in maart/april) - Eerste stappen naar opvolging (bv. evaluatiegesprek) - Enkele informele manieren van waardering (bv. etentje of cadeautje) - Gebruik van opleidingen begint |
4 | Strategisch denken | - De club heeft een trainersbeleid: hoe men rekruteert, opleidt, begeleidt, waardeert - Potentiële trainers worden vroegtijdig aangesproken (bv. ouders, ex-spelers) - Opvolging gebeurt structureel (bv. mentorschap) - Men werkt bewust aan retentie |
5 | Duurzaam beleid | - De club heeft een meerjarenplan rond trainersontwikkeling - Jaarlijkse instroom + behoud zijn vooraf ingepland - Opleidingen, coaching en waardering zijn structureel ingebed - Jongeren worden klaargestoomd om later trainer te worden - De club kan zichzelf uitleggen als een "lerende organisatie" |
Voorbeelden per fase
Fase | Voorbeeldsituatie |
---|---|
1. Ad-hoc | "De trainer van de U10 is opgestapt. We zoeken via WhatsApp een ouder die het even wil overnemen." |
2. Reactief | "Onze trainers stoppen steeds na 1 jaar. We proberen dan snel iemand anders te vinden, maar dat lukt steeds moeilijker." |
3. Structuur | "We starten elk voorjaar met het in kaart brengen van wie wil blijven en wie we moeten vervangen." |
4. Strategisch | "We hebben een instroomplan via ouders én spelers vanaf 16 jaar. Elke nieuwe trainer krijgt een mentor." |
5. Duurzaam | "Onze jeugdtrainers volgen een groeipad: van helper naar co-trainer naar hoofdtrainer. Jaarlijks herbekijken we het hele trainersteam." |
Tip: Gebruik dit continuüm als reflectietool
Je kunt dit overzicht gebruiken om:
-
Een zelfevaluatie te doen als club: in welke fase zitten we nu?
-
Concrete doelen te stellen: “We willen binnen 1 jaar van fase 2 naar fase 3.”
-
Vrijwilligers te overtuigen dat investeren in structuur loont op lange termijn.
Als Jeugdsportnet Zuiderkempen kunnen jullie clubs écht vooruithelpen door hen te begeleiden in een gerichte, laagdrempelige en praktijkgerichte lessenreeks over het thema "jeugdtrainers vinden, behouden en opleiden".
Hieronder stel ik een bouwplan in 6 sessies voor, met duidelijke doelen, methodieken en concrete output per sessie. Deze reeks leidt clubs stapsgewijs van bewustwording naar actie.
Lessenreeks: Van ad-hoc naar duurzaam trainersbeleid
Doelgroep: bestuursleden, jeugdcoördinatoren, hoofdtrainers, sportieve cel
Opzet: 6 sessies van 2u (idealiter verspreid over 6 maanden, met tussentijdse opdrachten)
Werkwijze: interactief, praktijkgericht, met sjablonen, voorbeelden, clubuitwisseling
Opbouw in 6 modules
Module 1 – Inzicht: waar staan we vandaag?
Titel: “Herken jij je club? Van stress naar structuur”
Doel: Deelnemers herkennen hun huidige fase op het continuüm (1-5) en worden zich bewust van de gevolgen van ad-hocbeleid.
-
Intro: het trainerscontinuüm (1-5) + voorbeelden
-
Clubs scoren zichzelf met een quickscan
-
Groepsgesprek: wat zijn herkenbare frustraties?
-
Intro tot het idee van duurzaam beleid
Output: ingevuld zelfevaluatieformulier + bewustwording van ‘waarom’ verandering nodig is
Module 2 – Visie als kompas
Titel: “Weten waar je naartoe wil: een duidelijke visie op jeugdtrainers”
Doel: Clubs formuleren hun visie op jeugdtrainers (vinden, vormen, waarderen)
-
Inspiratie: voorbeelden van korte visieteksten (ook van kleine clubs!)
-
Oefening: 3 kernwaarden formuleren rond jeugdtraining
-
Oefening: "Wat typeert een goede trainer bij ons?"
Output: conceptversie van een visietekst (1 A4) op maat van elke club
Module 3 – Trainers vinden: van toeval naar instroombeleid
Titel: “Wacht niet tot ze komen aankloppen”
Doel: Clubs leren een instroombeleid uitbouwen
-
Analyse: waar halen we nu trainers vandaan? Wat werkte?
-
Potentiële bronnen: ouders, ex-spelers, jongeren, leerkrachten, studenten
-
Werken met instroommomenten (bv. U16 aanspreken)
-
Oefening: instroomstrategie opstellen
Output: concreet instroomplan voor volgend seizoen
Module 4 – Trainers behouden: waardering en opvolging
Titel: “Hou ze aan boord: de kracht van coaching en erkenning”
Doel: Clubs ontdekken manieren om trainers te motiveren en binden
-
Redenen waarom trainers stoppen
-
Praktische tools: onboarding, mentoren, teamgevoel, kleine vergoedingen
-
Oefening: waarderingsplan opstellen (structureel en spontaan)
-
Voorbeeld: "Trainersmap" met begeleiding
Output: trainersretentieplan + checklist “hoe onboarden we nieuwe trainers?”
Module 5 – Opleiden en groeien: trainers versterken zonder druk
Titel: “Niet opleiden om te moeten, maar om te groeien”
Doel: Opleiding haalbaar en aantrekkelijk maken
-
Opleidingsmogelijkheden (federaal, intern, via Jeugdsportnet)
-
Leren op de clubvloer: coaching-on-the-job, schaduwen, feedback
-
Voorbeeld: groeipad van helper tot hoofdtrainer
-
Oefening: groeitraject uittekenen voor jeugdtrainer bij je club
Output: voorstel voor opleidings- en groeipad per club
Module 6 – Actieplan: van papier naar praktijk
Titel: “Niet lullen maar plannen”
Doel: Clubs bundelen inzichten in een haalbaar jaarplan + 3-jarenplan
-
Herhaling kerninzichten modules 1-5
-
Oefening: jaarplanning en prioriteiten vastleggen
-
Introductie van een eenvoudig beleidsdocument/sjabloon
-
Mogelijkheid tot individuele begeleiding
Output: concreet actieplan met 3 acties op korte termijn en doelen op middellange termijn
Extra ondersteuning per club
Aanbevolen aanvullingen:
-
Tussentijdse coachingmomenten (1-op-1) met jullie team (optioneel per club)
-
Gebruik van modellen/sjablonen (visietekst, instroomplan, jaarplanning)
-
Mogelijkheid tot terugkomdag na 6 maanden voor uitwisseling en opvolging
-
Digitale toolbox met goede praktijken, downloads en inspirerende voorbeelden
Resultaat voor deelnemende clubs:
-
Inzicht in eigen werking én tools om ze bij te sturen
-
Eerste concrete stappen naar duurzaam trainersbeleid
-
Beter behoud en motivatie van jeugdtrainers
-
Minder stress bij opstart van seizoenen
Jan Cuypers (13/07/2025)
Van ad-hoc naar duurzaam jeugdtrainersbeleid in sportclubs
Huidige situatie: Stressmanagement bij clubs
Veel sportclubs kampen met een structureel tekort aan jeugdtrainers, en reageren vaak met kortetermijnoplossingen:
-
Trainers last-minute zoeken (paniekmodus)
-
Ouders of andere trainers tijdelijk inschakelen
-
Geen structurele ondersteuning of opleiding
Gevolgen:
-
Hoge werkdruk voor bestuur/coördinatie
-
Grote uitval en lage motivatie bij trainers
-
Slechte continuïteit en kwaliteit in jeugdwerking
Alternatief: Duurzaam beleid
Een duurzame clubwerking betekent:
-
Vooruit plannen (jaar- & meerjarenplan)
-
Visie op instroom, begeleiding & waardering van trainers
-
Actieve betrokkenheid van ouders en jongeren
-
Begeleiding, opleiding & opvolging van trainers
Oorzaken van ad-hocbeleid
Clubs blijven vaak hangen in symptoombestrijding door:
-
Beperkte tijd & energie bij vrijwilligers
-
Gebrek aan expertise of ondersteuning
-
Afhankelijkheid van een kleine kern
-
Weerstand tegen verandering
-
Geen externe druk tot duurzaamheid
-
Actiegerichte cultuur – weinig ruimte voor reflectie
Oplossingen voor clubs
-
Kleine, haalbare stappen zetten (bv. jaarlijks reflectiemoment)
-
Werkgroep “toekomst” oprichten
-
Visie & kernwaarden formuleren
-
Jaar- & meerjarenplanning maken
-
Trainersbeleid opbouwen: instroom, waardering, begeleiding
-
Regelmatig evalueren en bijsturen
-
Gebruik maken van externe ondersteuning en samenwerking
Continuüm: Van ad-hoc naar duurzaam beleid (5 fasen)
Fase | Omschrijving | Kenmerken trainerswerking |
---|---|---|
1. Ad-hoc | Chaos & paniek | Trainers last-minute gezocht, geen structuur |
2. Reactief | Gaten vullen | Ad hoc oplossingen als iemand stopt |
3. Structuur | Basisplanning | Jaarplanning, eenvoudige opvolging |
4. Strategisch | Doelgericht werken | Trainersbeleid, instroomplan, mentoren |
5. Duurzaam | Lerende organisatie | Meerjarenplan, opleidingspad, stabiele opvolging |
Gebruik deze schaal als zelfevaluatie & groeikompas.
Lessenreeksvoorstel
Doel: Clubs begeleiden van fase 1/2 naar 3/4/5
Opbouw: 6 sessies van 2u + ondersteuning
Doelgroep: Bestuurders, jeugdcoördinatoren, hoofdtrainers
Module | Inhoud | Output |
---|---|---|
1. Waar staan we? | Zelfevaluatie continuüm | Bewustwording en quickscan |
2. Visie | Formuleren van visie & waarden | Visietekst op 1 A4 |
3. Instroom | Instroombeleid uitwerken | Plan voor rekrutering |
4. Behoud | Trainers waarderen & begeleiden | Retentieplan + onboarding-checklist |
5. Opleiding | Groeipad en coaching ontwikkelen | Opleidingsplan op clubmaat |
6. Actieplan | Van visie naar concrete planning | Jaarplan + 3 doelen voor 3 jaar |
Aanvullend:
-
Tussentijdse coaching
-
Sjablonen & goede praktijken
-
Terugkomdag na 6 maanden
-
Digitale toolbox
Resultaat voor clubs
-
Minder stress, meer continuïteit
-
Betere motivatie & retentie van jeugdtrainers
-
Eerste stappen naar duurzaam beleid
"Beter 80% uitgevoerd dan 100% uitgesteld."
Gebruik deze reeks om sportclubs te begeleiden van overleven naar groeien.