In het kader van 'De Trainer op 1' gaan we met Jeugdsportnet Zuiderkempen in de periode 2023-2026, mede dankij de steun van Sport Vlaanderen en vele andere partners, op zoek naar manieren om nieuwe trainers te rekruteren, de huidige trainers langer te behouden, het aantal exit-trainers te beperken en ex-trainers de reïntegreren. We geven onszelf de ruimte om slimme experimenten op te zetten.

 

Het is tegenwoordig in onze regio veel minder eenvoudig dan pakweg 10 jaar geleden en vroeger om trainers te stimuleren om een cursus van de Vlaamse Trainersschool te volgen. 

Er zijn heel wat drempels waarvan het groot aantal uren (voor een opleiding van het niveau trainer C is dat al snel 50 uren), en ook het vaste lesschema met daarbij ook de examens. 

Langs de andere kant zeggen clubs mij dat trainers wel willen bijleren. Daarom zijn heel wat clubs begonnen/hebben heel wat clubs een interne trainersbegeleider die beginnende trainers begeleidt/opleidt. Verder leren trainers ook veel van elkaar zeggen ze. 

 

Een heleboel vragen dus.

Daarom is het nuttig om even te verdiepen. 

 

 

Studies over formeel versus informeel leren

1. Eraut, M. (2004). Informal learning in the workplace

  • Inzichten:

    • Informeel leren is vaak onbewust en vindt plaats via ervaring, samenwerking en reflectie.

    • Het vormt een cruciaal onderdeel van professionele ontwikkeling, zelfs in formele organisaties.

    • Formeel leren (zoals trainingen) levert vooral kennis op korte termijn op, terwijl informeel leren bijdraagt aan langdurige competentieontwikkeling.

2. Colley, H., Hodkinson, P., & Malcolm, J. (2003). Informality and formality in learning

  • Inzichten:

    • De grens tussen formeel en informeel leren is vaak vaag; veel leerprocessen bevatten elementen van beide.

    • Er wordt gepleit voor een continuüm tussen formeel en informeel leren, in plaats van een strikte tweedeling.

    • Machtsrelaties en sociale contexten beïnvloeden hoe leren plaatsvindt.

3. Livingstone, D. W. (1999). Exploring the Icebergs of Adult Learning

  • Inzichten:

    • De meeste volwassenen besteden meer tijd aan informeel leren dan aan formeel leren.

    • Informeel leren wordt vaak ondergewaardeerd in beleidsvorming en erkenning.

    • Het potentieel van informeel leren blijft onbenut zonder valide manieren van erkenning (zoals EVC – Erkenning van Verworven Competenties).

4. OECD (2010). Recognising Non-formal and Informal Learning

  • Inzichten:

    • Erkenning van informeel en non-formeel leren is essentieel voor arbeidsmobiliteit en levenslang leren.

    • Beleidskaders die deze vormen van leren erkennen (zoals het Europees Kwalificatieraamwerk) vergroten kansen op de arbeidsmarkt.


Wat leren we hieruit?

  1. Beide vormen zijn waardevol, maar op andere manieren:

    • Formeel leren biedt gestructureerde kennisoverdracht (bv. diploma’s, trainingen).

    • Informeel leren ontwikkelt vaak praktische, contextuele vaardigheden via ervaring.

  2. Werkplekleren is vaak informeel en effectief:

    • Coaching, samenwerken met collega’s, en ‘learning by doing’ zijn krachtige leerinstrumenten.

  3. Beleid en erkenning blijven achter:

    • Informeel leren wordt minder gewaardeerd en erkend, ondanks het grote belang ervan in de praktijk.

  4. Combinaties zijn krachtig:

    • Hybride leeromgevingen (bv. blended learning, praktijkleren met theoretische reflectie) benutten het beste van beide werelden.

  •  

 

 

en verder ... extra vragen ...

Hoe kunnen we informeel leren versterken? Vermeerderen? Erkennen? structureel maken? 

voorbeelden van informeel leren

voor wie informeel leren okee en voor wie niet ? ... eerder bedoeld voor recreatieve sporters? en ook voor competitieve sporters ? 

 

 

 

 

Informeel leren bij beginnende jeugdtrainers in jeugdsportclubs in Vlaanderen vindt vooral plaats via praktijkervaring en sociale interacties, eerder dan via formele opleidingen of cursussen. Onderzoek en praktijkervaring in Vlaamse sportcontexten (zoals via Sport Vlaanderen, Vlaamse Trainersschool, KU Leuven en UGent) wijzen op een aantal duidelijke vormen en bronnen van informeel leren.


Vormen van informeel leren bij beginnende jeugdtrainers

1. Leren door ervaring ("learning by doing")

  • Gewoon beginnen met trainingen geven, vaak zonder (volledige) trainersopleiding.

  • Zelf ontdekken wat werkt bij verschillende leeftijden en niveaus.

  • Fouten maken en daaruit leren: trial-and-error.

"Ik ben er gewoon ingerold. De eerste training was wat chaos, maar na een paar weken vond ik mijn draai."
— Jonge trainer U12, Vlaamse voetbalclub


2. Leren van collega-trainers / mentors

  • Observeren van meer ervaren trainers op het veld.

  • Informele feedback krijgen van collega’s of sportcoördinatoren.

  • In sommige clubs gebeurt dit via buddy- of peter/metersysteem.

Veel beginnende trainers geven aan dat ze meer leren door te praten met collega’s in de kantine dan tijdens formele cursussen.


3. Leren via interactie met sporters (kinderen/jongeren)

  • Feedback van spelers: Wat werkt? Wat motiveert hen?

  • Inzicht in leeftijdsspecifieke behoeften (motivatie, spelplezier, aandacht).

  • Het gedrag van spelers dwingt trainers om flexibel bij te leren.


4. Observatie en imitatie

  • Kijken naar trainingen van anderen, live of via video.

  • YouTube-kanalen, TikTok of Instagram van coaches en sportorganisaties.

  • Trainingsoefeningen overnemen van andere trainers of online platforms.


5. Reflectie en zelfevaluatie

  • Nadenken over wat goed liep of niet tijdens een training of wedstrijd.

  • Zelf vragen stellen: “Waarom was die speler vandaag ongemotiveerd?”

  • Soms aangezet door reacties van ouders of coördinatoren.


6. Informele netwerken / communities of practice

  • WhatsApp-groepen of Facebookgroepen met andere trainers.

  • Uitwisselen van oefeningen of tips met trainers van andere clubs tijdens wedstrijden.

  • Vrijwillige aanwezigheid op andere trainingen of clinics, zonder verplichting.


Context in Vlaanderen

  • Veel Vlaamse clubs draaien op vrijwilligers. Daardoor starten jeugdtrainers vaak zonder formele opleiding.

  • Sport Vlaanderen en de Vlaamse Trainersschool bieden opleidingen, maar niet elke trainer volgt die van bij de start.

  • Clubs verschillen sterk: sommige hebben gestructureerde begeleiding, andere laten trainers “vrij hun gang gaan”.


Samenvattend:

Informeel leren bij beginnende jeugdtrainers in Vlaanderen gebeurt voornamelijk:

  • Op het veld

  • In dialoog met anderen

  • Door zelfreflectie

  • Via digitale media

  • Binnen de clubcultuur

Deze vormen van leren zijn praktijkgericht, situationeel en relationeel — en vaak belangrijker in de eerste maanden dan formele opleidingen.

 

 

 

Het structureel inbedden van informeel leren in een sportclub betekent dat je de spontane, praktijkgerichte manieren van leren bewust ondersteunt, organiseert en waardeert, zónder ze te formaliseren. Dit geldt zowel voor beginnende trainers als voor meer ervaren collega’s.

Hieronder geef ik een overzicht van praktische strategieën waarmee sportclubs in Vlaanderen (en daarbuiten) informeel leren kunnen versterken, gestructureerd kunnen aanpakken en inbedden in hun werking.


7 manieren om informeel leren structureel te ondersteunen

1. Mentorschap of buddy-systeem

  • Koppel beginnende trainers aan ervaren collega’s.

  • Voorzie tijd om trainingen samen voor te bereiden of na te bespreken.

  • Laat de mentor feedback geven, niet beoordelend maar coachend.

Vooral effectief voor beginnende trainers.


2. Reflectiemomenten organiseren

  • Creëer ruimte voor nabesprekingen na trainingen of wedstrijden.

  • Stel eenvoudige reflectievragen:
    “Wat ging goed? Wat zou je anders doen? Waar liep je tegenaan?”

  • Doe dit in kleine groepjes of 1-op-1.

Stimuleert zelfinzicht en leercultuur.


3. Intervisie of leergroepen

  • Laat trainers regelmatig samenkomen om casussen of uitdagingen te bespreken.

  • Stimuleer dialoog i.p.v. eenrichtingsadvies.

  • Begeleid dit eventueel door een sporttechnisch coördinator.

Wekt wederzijds leren op en bevordert teamgevoel.


4. Observatie en peer learning stimuleren

  • Laat trainers elkaars trainingen observeren met een eenvoudige kijkwijzer.

  • Voorzie tijd om elkaar feedback te geven.

  • Combineer dit met video-opnames indien mogelijk.

Voor zowel starters als ervaren trainers leerrijk.


5. Praktijkgerichte kennisdeling (microlearning)

  • Creëer een digitale omgeving (WhatsApp, Google Drive, Clubapp) waar trainers:

    • Oefeningen delen

    • Video’s posten

    • Korte tips geven (bv. 1 minuut tactiek-tip)

  • Zorg dat deze info laagdrempelig en visueel is.

Flexibel en informeel, sluit aan bij hun dagelijkse werking.


6. Clubinterne workshops of themasessies

  • Laat ervaren trainers of externe experts korte workshops geven over concrete thema’s:

    • “Omgaan met moeilijke ouders”

    • “Opwarmingsoefeningen voor U8”

  • Zorg voor ruimte tot uitwisseling en discussie, niet alleen zenden.

Verbindt formeel en informeel leren.


7. Waardering en erkenning van informeel leren

  • Spreek waardering uit voor inzet en groei van trainers, ook zonder diploma.

  • Bouw informele leerresultaten in in functioneringsgesprekken.

  • Overweeg interne certificaten of symbolische erkenning.

Verhoogt motivatie en betrokkenheid.


Samenvattend in een schema:

Strategie Gericht op Type leren Vorm van ondersteuning
Buddy-/mentorsysteem Beginners Sociaal, ervaringsleren Persoonlijke begeleiding
Reflectiemomenten Iedereen Reflectief leren Vaste gespreksmomenten
Intervisie/leergroepen Iedereen Dialogisch leren Regelmatige groepssessies
Observatie & peer feedback Iedereen Visueel/sociaal leren Kijken en feedback geven
Digitale kennisdeling Iedereen Praktijkgericht leren Online platform, korte tips
Clubworkshops Iedereen Gestructureerd informeel Thema- of probleemgericht
Waardering van groei Iedereen Motivationeel Feedback, symbolische erkenning

Tot slot: Wat maakt het structureel?

  • Het gebeurt regelmatig en bewust.

  • Er is een cultuur van openheid en samenwerking.

  • Trainers krijgen de tijd, ruimte en aanmoediging om te leren van elkaar.

  • Niet verplicht, maar wel gefaciliteerd door de club.

 

 

 

Zowel uit onderzoek als uit praktijkervaring in Vlaamse jeugdsportclubs blijkt dat veel beginnende én ervaren jeugdtrainers een voorkeur hebben voor informeel leren boven formele opleidingstrajecten. Die voorkeur komt voort uit een combinatie van praktische, psychologische en contextuele factoren.

Hieronder geef ik een overzicht van de belangrijkste redenen waarom informeel leren aantrekkelijker is voor lokale jeugdtrainers in de sportclub.


1. Praktische redenen

Tijdgebrek

  • Trainers zijn vaak vrijwilligers met andere verplichtingen (werk, gezin, studies).

  • Formele opleidingen vragen avond- of weekendengagement dat moeilijk te combineren is.

"Ik geef training na mijn werk. Ik heb geen tijd voor een hele cursus van 40 uur."
— Trainer U11, volleybalclub

Kostprijs

  • Cursussen van de Vlaamse Trainersschool zijn niet altijd gratis.

  • Clubs kunnen of willen deze niet altijd terugbetalen.

  • Trainers investeren liever hun tijd in praktische ervaringen op het veld.


2. Inhoudelijke redenen

Leren op maat van de eigen context

  • Informeel leren sluit beter aan bij concrete problemen in de praktijk (bv. “Wat doe ik met een storend kind in U8?”).

  • Formele opleidingen zijn soms te algemeen of theoretisch.

"Op de opleiding leer je over jaarplannen. In mijn club moet ik last minute invallen bij de U9."
— Beginnende voetbaltrainer

Direct toepasbaar

  • Wat trainers leren van collega’s of door te doen, kunnen ze onmiddellijk gebruiken.

  • Formeel leren voelt soms als “losstaand van de realiteit”.


3. Sociale en motiverende redenen

Leren van en met collega’s voelt vertrouwder

  • Informeel leren gebeurt vaak binnen de vertrouwde clubcontext.

  • Er is geen druk van examen of beoordeling.

  • Er is meer ruimte voor dialoog en trial-and-error.

Zelfsturend leren geeft eigenaarschap

  • Trainers bepalen zelf wanneer, wat en hoe ze leren.

  • Dat verhoogt hun motivatie en betrokkenheid.

"Ik praat liever met een ervaren collega in de kantine dan dat ik een PowerPoint moet volgen."
— Ervaren trainer, basketbal


4. Culturele en clubspecifieke factoren

Cultuur van “doen in plaats van volgen”

  • In veel clubs is er een cultuur van leren op het veld, niet in de klas.

  • Trainers worden vaak “ingeroepen” zonder voorbereiding of opleiding:
    “Je mag gewoon beginnen.”

Weinig structurele ondersteuning voor formeel leren

  • Clubs hebben niet altijd een sportief coördinator die opleidingen promoot of opvolgt.

  • Er is weinig opvolging na een formele opleiding → weinig transfer naar de praktijk.


Samengevat: waarom trainers liever informeel leren

Categorie Reden
Praktisch Tijdgebrek, geen geld of zin voor formele cursussen
Inhoudelijk Informeel leren is direct toepasbaar en praktijkgericht
Sociaal Meer vertrouwen, minder druk, leren met collega’s
Cultureel Clubcultuur ondersteunt ‘leren door te doen’

Wat kan je hier als club mee doen?

  • Bouw informeel leren bewust in (zie vorige antwoord).

  • Zorg dat formele opleidingen aansluiten bij praktijkvragen.

  • Combineer het beste van beide: microtrainingen, praktijkcoaching, feedbacksystemen.

 

 

In Europa zijn er verschillende beleidskaders en frameworks ontwikkeld om informeel en non-formeel leren te herkennen, valideren en integreren in onderwijs, arbeidsmarkt en levenslang leren. Hier volgt een overzicht van de belangrijkste Europese frameworks met betrekking tot informeel leren:


1. EQF – Europees Kwalificatiekader (European Qualifications Framework)

Wat is het?

Een referentiekader dat leerresultaten (niet de manier van leren) beschrijft in 8 niveaus, van basis- tot doctoraalniveau.

Relevantie voor informeel leren:

  • Erkent dat competenties kunnen verworven worden via informeel en non-formeel leren, niet alleen via formeel onderwijs.

  • Lidstaten kunnen leerresultaten (zoals coachingvaardigheden) ook via EVC-procedures (erkenning van verworven competenties) op EQF-niveau inschalen.

Toepassing:

  • In Vlaanderen vertaald in het Vlaams Kwalificatiekader (VKK).


2. ECVET – European Credit System for Vocational Education and Training (nu opgegaan in nieuwe systemen onder de EU VET Recommendation)

Wat is het?

Een systeem om leerresultaten, ook informeel, te waarderen in beroepsonderwijs.

Relevantie:

  • Ondersteunt modulair en flexibel leren, ook buiten formele instellingen.

  • Bevordert mobiliteit van leerervaringen tussen landen en contexten.

ECVET werd in 2020 formeel opgeheven, maar de principes zijn geïntegreerd in het EU-kader voor beroepsonderwijs.


3. Validation of Non-Formal and Informal Learning (VNFIL) – EU-aanbeveling (2012)

Wat is het?

Een officiële aanbeveling van de Raad van de EU om lidstaten te ondersteunen in de erkenning van leerresultaten buiten formele trajecten.

Kernprincipes:

  • Iedereen moet de kans krijgen om vaardigheden verworven via informele of non-formele weg te laten valideren.

  • Bestaat uit vier fasen:

    1. Identificatie

    2. Documentatie

    3. Beoordeling (assessment)

    4. Certificering

Toepassing in Vlaanderen:

  • Gedeeltelijk via EVC-trajecten, in sectoren zoals zorg, sport en industrie.

  • Ondersteund door AHOVOKS en VDAB.


4. Youthpass (in de context van Erasmus+ Jeugd)

Wat is het?

Een Europees erkenningsinstrument voor niet-formeel en informeel leren in jeugdprojecten.

Relevantie:

  • Stimuleert zelfreflectie bij jongeren en jeugdwerkers.

  • Documenteert vaardigheden verworven via praktijkervaring in jeugdwerk, sport en vrijwilligerswerk.

Bijvoorbeeld: een jeugdtrainer die deelneemt aan een Erasmus+ uitwisseling kan via Youthpass zijn/haar competenties aantonen.


5. European Guidelines for Validating Non-formal and Informal Learning (CEDEFOP)

Wat is het?

Een handleiding van CEDEFOP (Europees centrum voor beroepsonderwijs) met richtlijnen voor beleidsmakers en instellingen.

Inzichten:

  • Benadrukt de nood aan kwaliteitsvolle validatieprocedures.

  • Onderstreept het belang van samenwerking tussen onderwijs, werkgevers en het maatschappelijk middenveld.


Context in Vlaanderen

In Vlaanderen zijn deze Europese kaders vertaald in onder meer:

  • Het Vlaams Kwalificatiekader (VKK)

  • Erkennen van Verworven Competenties (EVC)

  • Leren en werken-trajecten

  • Vlaamse Trainersschool (VTS) die rekening houdt met zowel formeel als praktijkleren


Samenvattende tabel

Framework Doel Relevantie voor informeel leren
EQF / VKK Europese/nationale niveaus voor leerresultaten Erkenning van informeel leren via competenties
VNFIL (EU) Beleidsaanbeveling Validatie in vier stappen (identificatie → certificering)
ECVET (oude) Europese credits voor VET Mobiele, flexibele erkenning van leerervaringen
Youthpass Reflectie en documentatie Voor jeugdwerk, sport, vrijwilligers
CEDEFOP Guidelines Praktische richtlijnen Voor beleidsimplementatie en kwaliteitsborging

 

Als sportclub kan je actief aan de slag gaan met het herkennen, ondersteunen en valoriseren van informeel leren, zonder dat je een formeel opleidingscentrum moet worden. Je kan de principes van de Europese kaders (zoals VNFIL, EQF en Youthpass) op maat toepassen in je eigen werking.

Hieronder geef ik een praktisch stappenplan in 5 fasen, afgestemd op een lokale sportclub in Vlaanderen (ongeacht sporttak).


1. Creëer een leercultuur in je club

Doel: Trainers bewust maken van hun ontwikkeling en groeikansen.

Acties:

  • Spreek uit dat leren ook gebeurt op het veld – niet enkel in opleidingen.

  • Geef feedback tijdens of na trainingen en wedstrijden.

  • Organiseer maandelijkse informele leerprikkels:
    bv. 10-minuten "tip uit de praktijk", of vraag: "Wat heb jij bijgeleerd deze week?"

Dit sluit aan bij de VNFIL-fase "identificatie" van leren.


2. Documenteer informeel leren op een eenvoudige manier

Doel: Trainers helpen stilstaan bij wat ze geleerd hebben.

Acties:

  • Gebruik een simpel logboek of digitaal formulier waarin trainers 1x per maand reflecteren:

    • Wat heb ik bijgeleerd?

    • Hoe pas ik dat toe?

    • Waar liep ik tegenaan?

  • Laat trainers zelf leerdoelen formuleren.

  • Gebruik tools zoals Youthpass of een clubspecifiek portfolio (bv. Google Forms of Excel).

Dit past bij de VNFIL-fase "documentatie".


3. Bied coaching, intervisie en peer learning aan

Doel: Trainers stimuleren om actief en sociaal te blijven leren.

Acties:

  • Start met een buddy-systeem: een ervaren trainer begeleidt een beginner.

  • Organiseer korte reflectiegesprekken met de coördinator (bv. per trimester).

  • Laat trainers elkaar observeren en feedback geven (peer review).

  • Gebruik WhatsApp of Google Drive voor oefenstof en ideeën.

Je versterkt informeel leren én legt de basis voor mogelijke validering.


4. Koppel leerresultaten aan zichtbare erkenning

Doel: Trainers het gevoel geven dat hun leerproces ertoe doet.

Acties:

  • Geef een interne erkenning voor specifieke competenties:
    bv. "Spelbegeleider met ervaring U8", "Mentor jeugdtrainer".

  • Gebruik badges, certificaten of vermeld dit bij de teamindeling.

  • Sluit eventueel aan bij formele trajecten zoals VTS of EVC-procedures via Sport Vlaanderen.

Hiermee raak je aan de VNFIL-fase "assessment & certificering".


5. Maak verbinding met het formele opleidingsaanbod (VTS, federaties)

Doel: Combineer informeel en formeel leren op maat van de trainer.

Acties:

  • Stimuleer trainers om formele modules te volgen die passen bij hun noden, niet zomaar “voor het diploma”.

  • Zorg dat ervaring uit de club erkend wordt als leerbasis:
    bv. bewijs van ervaring voor vrijstelling in VTS-cursussen.

  • Werk samen met de federatie of sportdienst om lokale sessies aan te bieden.

Je club wordt een leeromgeving, geen leslokaal — met zicht op doorgroei.


Samenvatting: wat kan je als club doen?

Actiegebied Voorbeelden
Leercultuur creëren Feedback, leerprikkels, fouten zien als kansen
Leren documenteren Reflectielogboek, Youthpass, maandelijkse vragen
Coaching & intervisie Buddy-systeem, observaties, leergesprekken
Erkenning geven Interne badges of rollen, erkenning op teamlijsten
Link met formeel leren VTS-modules voorstellen, samenwerking met federatie/sportdienst

 

 

Zowel informeel als formeel leren hebben hun eigen sterktes en beperkingen, zeker in de context van sport (zoals jeugdtrainers in clubs). Hieronder geef ik een overzicht van de belangrijkste voordelen en nadelen van beide leervormen, gebaseerd op onderzoek, praktijkervaring én toepasbaar in sportcontexten zoals Vlaanderen.


Wat is het verschil?

Leervorm Kenmerken
Formeel leren Gestructureerd, georganiseerd, leidt tot diploma of certificaat
Informeel leren Spontaan, praktijkgericht, zonder vast curriculum of erkenning

Voordelen van informeel leren

Voordeel Uitleg
Direct toepasbaar Leren gebeurt in de praktijk, gericht op reële situaties.
Flexibel in tijd en vorm Geen vaste structuur of uurroosters; leren gebeurt “on the go”.
Sociaal en ervaringsgericht Leren van collega’s, door doen, observeren, feedback krijgen.
Motiverend en zelfsturend Trainers kiezen zelf wat ze willen leren, op eigen tempo.
Kostenefficiënt Geen inschrijvingskosten of verplaatsingen nodig.

Nadelen van informeel leren

Nadeel Uitleg
Geen gestructureerde inhoud Risico op lacunes in kennis (bv. blessurepreventie wordt vergeten).
Geen officiële erkenning Moeilijk om leerervaringen te bewijzen zonder certificaat.
Moeilijk te evalueren Moeilijk om objectief vast te stellen wat iemand geleerd heeft.
Kwaliteit afhankelijk van omgeving Als er geen goede rolmodellen zijn, leer je misschien verkeerde dingen.
Minder transfer naar andere contexten Wat men leert, is vaak beperkt tot de eigen club of situatie.

Voordelen van formeel leren

Voordeel Uitleg
Gestructureerde kennisopbouw Duidelijke leerdoelen, methodieken, progressie van basis naar gevorderd.
Erkenning via diploma/certificaat Trainers kunnen hiermee aantonen wat ze kennen en kunnen.
Kwaliteitscontrole Inhoud en docenten zijn (meestal) gevalideerd door experts.
Transfereerbaar Formeel leren wordt erkend over sectoren heen (bv. via VTS of EQF).
Voorbereiding op complexe situaties Je leert ook omgaan met zeldzame of moeilijke situaties (bv. ethiek, regels).

Nadelen van formeel leren

Nadeel Uitleg
Tijdsintensief Vaak langdurig en moeilijk combineerbaar met werk/gezin/vrijwilligerswerk.
Duur Opleidingen kunnen inschrijvingsgeld en vervoerskosten vragen.
Weinig praktijkgericht Kan te theoretisch zijn of weinig aansluiten bij de clubrealiteit.
Lage motivatie bij verplichting Sommige trainers doen het "omdat het moet", niet uit leergierigheid.
Weinig flexibiliteit Vaste modules, planning, weinig ruimte voor persoonlijke leerdoelen.

Samenvattende vergelijking

Aspect Formeel leren Informeel leren
Structuur Vast curriculum, doelen en beoordeling Geen vaste structuur
Erkenning Diploma, certificaat Niet erkend (tenzij via VNFIL/EVC)
Toepasbaarheid Minder direct, soms abstract Zeer praktijkgericht
Motivatie Kan extern zijn Vaak intern en intrinsiek
Kost & tijd Hoog (opleiding, tijdsinvestering) Laag (tijdens de praktijk, geen kosten)
Kwaliteitscontrole Formeel beoordeeld Afhankelijk van context en collega’s

Slotgedachte

De ideale leeromgeving combineert beide:

  • Informeel leren op het veld en via collega’s

  • Formeel leren om structuur, verdieping en erkenning te bieden

Bijvoorbeeld: een jeugdtrainer leert via ervaring hoe hij een groep motiveert (informeel), en volgt later een VTS-module over “coachend trainen” om die kennis te verdiepen en formaliseren.

 

 

 

Interessant want duurzaam leren bij jeugdtrainers begint bij motivatie, en meer bepaald: interne (intrinsieke) motivatie. In een lokale sportclubcontext, waar trainers vaak vrijwilligers zijn, is het cruciaal om leren te koppelen aan plezier, zingeving, autonomie en erkenning.

Hieronder geef ik je een concreet antwoord, gebaseerd op psychologische motivatietheorieën (zoals Self-Determination Theory, Deci & Ryan) én praktijkervaring in Vlaamse sportclubs.


Doel: van externe motivatie naar interne motivatie voor leren

Een trainer leert niet omdat het “moet” (certificaat), maar omdat hij/zij wil groeien, zich competent voelt, zich gewaardeerd weet, en zelf keuzes kan maken.


1. Geef trainers autonomie in hun leerproces

Waarom?

Autonomie is een kernvoorwaarde voor intrinsieke motivatie.

Hoe doe je dat in de club?

  • Laat trainers zelf leerdoelen kiezen (bv. “ik wil beter worden in omgaan met moeilijke ouders”).

  • Bied keuzeopties: informele sessie, filmpje, workshop, intervisie, VTS-module.

  • Vermijd verplichting zonder context: leg uit waarom leren waardevol is voor henzelf én de spelers.

  • Betrek hen in het opstellen van de trainersvisie van de club.


2. Bouw aan een gevoel van competentie

Waarom?

Trainers leren graag wanneer ze zich bekwaam en succesvol voelen.

Hoe stimuleer je dat?

  • Geef regelmatig positieve en concrete feedback op wat goed gaat.

  • Laat hen reflecteren: “Wat werkte goed? Wat heb je vandaag bijgeleerd?”

  • Geef hen kleine "success experience" opdrachten (bv. probeer volgende training een andere opwarming uit).

  • Start met micro-leerstappen in plaats van grote cursussen ineens.


3. Zorg voor verbinding en sociale erkenning

Waarom?

Motivatie groeit als mensen zich verbonden en gewaardeerd voelen.

Acties in de club:

  • Organiseer trainersmomenten (bv. pizza & praten over coachervaringen).

  • Geef erkenning aan inzet, ook buiten diploma’s:
    bv. "Trainer van de maand", “Mentor van het jaar”.

  • Stimuleer peer learning: laat trainers samenwerken, elkaar observeren en tips geven.

  • Zorg dat een coördinator of clubbestuur actief betrokken is bij hun groei.


4. Koppel leren aan wat trainers zélf belangrijk vinden

Waarom?

Intrinsieke motivatie stijgt wanneer leren aansluit bij persoonlijke waarden en doelen.

Hoe dat concreet maken?

  • Vraag: "Wat wil jij bereiken als trainer?" – koppel leerkansen aan dat doel.

  • Toon hoe leren impact heeft op hun spelers: betere sfeer, meer plezier, betere prestaties.

  • Gebruik storytelling: laat ervaren trainers vertellen hoe leren hen geholpen heeft.


5. Integreer leren in de normale werking van de club

Waarom?

Leren wordt gemakkelijker als het natuurlijk verweven is in de werking.

Hoe doe je dat?

  • Plan korte leermomenten vóór of na trainingen (5 min tips).

  • Hang visuele tips op in de kleedkamer of trainersruimte.

  • Gebruik tools als WhatsApp, Google Drive of Clubplanner om kennis te delen.

  • Voorzie een coach of aanspreekpunt die begeleiding biedt zonder te controleren.


Samenvatting: wat motiveert jeugdtrainers écht om te leren?

Psychologische behoefte Concreet in de clubcontext
Autonomie Zelf leerdoelen kiezen, keuze tussen leeropties
Competentie Positieve feedback, kleine leerstappen, successervaringen
Verbondenheid Peer learning, teamgevoel, erkenning, verhalen delen
Zinvolheid Leren koppelen aan betere trainingen en impact op jongeren

Slotgedachte

“Leren moet geen verplichting zijn, maar een vanzelfsprekend deel van het trainer-zijn. Dat lukt als de club een veilige, warme leeromgeving wordt waar fouten maken mag en groeien aangemoedigd wordt.”

 

  

Een workshopreeks die tot doel heeft om informeel en formeel leren duurzaam te integreren in lokale jeugdsportclubs moet zowel strategisch als praktisch zijn. Zo’n traject helpt clubs niet alleen om te beseffen waarom het belangrijk is, maar ook hoe ze het concreet en haalbaar kunnen waarmaken binnen hun werking.


1. Voor wie is de workshopreeks bedoeld?

Primaire doelgroep:

  • Clubcoördinatoren (jeugdverantwoordelijke, sporttechnisch coördinator)

  • Bestuursleden (met beleidsondersteunende rol)

  • Mentoren / ervaren trainers

  • Opleidingsverantwoordelijken binnen federaties of sportdiensten (indien betrokken)

Niet primair voor beginnende trainers zelf, maar voor de “systeemdragers” die het leren kunnen faciliteren, begeleiden en inbedden.


2. Doelstelling van de reeks

  • Begrijpen van het belang en de verschillen tussen informeel en formeel leren

  • Ontwikkelen van een leercultuur binnen de club

  • Leren hoe je informeel leren kunt herkennen, stimuleren en documenteren

  • Leren hoe je formele leerkansen logisch koppelt aan praktijkervaring

  • Uitwerken van een club-specifiek actieplan of leerlijn voor trainers

  • Creëren van duurzame structuren: bv. buddywerking, portfolio’s, intervisie


3. Onderdelen van de workshopreeks

Hieronder een voorstel van een 5-delige workshopreeks, telkens van 2 à 3 uur, combineerbaar met werkmomenten en intervisie tussen sessies.


Workshop 1: De kracht van leren in de club – visie en urgentie

Doelen:

  • Begrijpen wat formeel vs. informeel leren is

  • Inzicht in leerbehoeften van (beginnende) trainers

  • Koppeling met clubdoelen, waarden, jeugdwerking

Werkvormen:

  • Casussen uit de eigen club

  • Mapping van bestaande leerpraktijken


Workshop 2: Hoe stimuleren we informeel leren bewust en systematisch?

Doelen:

  • Leren herkennen, benoemen en versterken van informeel leren

  • Tools aanreiken: logboeken, reflectievragen, feedback, observatie

  • Introductie frameworks (bv. VNFIL, Youthpass)

Werkvormen:

  • Rollenspel (feedbackgesprek)

  • Inoefenen logboekreflectie

  • Buddywerking simulatie


Workshop 3: Bouwstenen voor een leercultuur in de club

Doelen:

  • Hoe maak je leren zichtbaar en sociaal in de club?

  • Koppeling met motivatie (autonomie, competentie, verbondenheid)

  • Hoe creëer je structurele momenten voor informeel leren?

Werkvormen:

  • Ontwerp: “trainershuis” of leerlijn in jouw club

  • Brainstorm: leerkansen per leeftijdscategorie


Workshop 4: Formeel leren slim koppelen aan praktijk

Doelen:

  • Analyse van het VTS-aanbod, EVC, E-learning

  • Welke rol speelt de club hierin?

  • Drempels en stimulansen voor trainers

Werkvormen:

  • Case: hoe begeleid je een trainer richting formele opleiding?

  • Scenario-oefeningen: vrijstellingen, leerdoelen formuleren


Workshop 5: Van visie naar duurzame actie – uitwerken van een actieplan

Doelen:

  • Elke deelnemende club werkt een concreet plan of pilotproject uit

  • Afspraken over opvolging, voortrekkers, evaluatie

Werkvormen:

  • Clubplan in duo’s

  • Feedbackronde: intervisie over elkaars plannen

  • Format meegeven (voorbeeldactieplan)


4. Tussentijdse opdrachten of werkmomenten (tussen workshops)

  • Trainer observeren en feedbackgesprek voeren

  • Leren spotten tijdens trainingen (observerend)

  • Reflectiegesprek met een beginnende trainer voeren

  • Starten met een pilot (bv. buddy, maandreflectie)


5. Benodigdheden en ondersteuning

  • Formats: reflectie-logboek, actieplan-sjabloon, feedbackformulier

  • Voorbeeldscenario’s (bv. hoe omgaan met niet-gemotiveerde trainer)

  • Toolbox: lijst met tools, tips, apps voor informeel/formeel leren

  • Mogelijkheid tot begeleiding of coaching tussen workshops


6. Resultaat na de reeks

Elke deelnemende club:

  • Heeft een gedragen visie op leren

  • Heeft een concreet actieplan (aangepast aan eigen realiteit)

  • Heeft mensen aangeduid die het leren in de club ondersteunen (bv. mentorcoach)

  • Kan informeel leren ondersteunen en koppelen aan formele trajecten

  • Heeft een basis om op termijn (evt. met federatie) leerbeleid structureel te verankeren


Extra: Optioneel vervolgtraject

  • Verdiepingsmodules (bv. evalueren van leren, motiverend begeleiden)

  • Train-de-coach: opleiding voor mentors of clubbegeleiders

  • Clubtraject met begeleiding (bv. vanuit federatie of sportdienst)

 

Jan Cuypers (27/07/2025)

 

Samenvatting

 

Informeel leren als motor voor trainersontwikkeling: zo versterk je jouw sportclub – met hulp van Europese kaders

In Vlaamse sportclubs leren jeugdtrainers vooral informeel: op het veld, van collega’s, via ervaring en reflectie. Dit spontane, praktijkgerichte leren is efficiënt, motiverend en afgestemd op de realiteit van vrijwilligers. Toch krijgt het vaak minder erkenning dan formele opleidingen. Tijd om daar als club iets aan te doen – en daarbij steun te halen uit het Europese beleid.

Wat is informeel leren precies?

  • Formeel leren: gestructureerd, gepland, vaak met diploma of certificaat (zoals VTS-opleidingen).

  • Informeel leren: spontaan, praktijkgericht, via ervaring of interactie (zoals leren van collega’s, fouten maken, feedback krijgen).

Beide vormen vullen elkaar aan. Informeel leren is dominant, zeker bij beginnende trainers, maar is zelden zichtbaar of erkend.

 

Waarom jeugdtrainers liever informeel leren

Trainers verkiezen informeel leren om vier redenen:

  1. Praktisch haalbaar: minder tijdsdruk, goedkoper, geen examens.

  2. Direct toepasbaar: afgestemd op wat nú nodig is op het veld.

  3. Sociaal en motiverend: leren in de eigen club, samen met collega’s.

  4. Afhankelijk van clubcultuur: clubs met een sterke leercultuur faciliteren informeel leren vanzelf.

 

Europese kaders geven erkenning aan informeel leren

De EU erkent informeel en non-formeel leren als volwaardige leerwegen. Vlaanderen vertaalt dit in haar beleid:

EQF – Europees Kwalificatiekader
Bepaalt leerresultaten op acht niveaus, ook verworven via ervaring. In Vlaanderen vertaald naar VKK, en relevant voor EVC-trajecten (Erkennen van Verworven Competenties).

VNFIL – Validatie van Non-formeel en Informeel Leren
EU-aanbeveling met vier fasen: Identificatie, Documentatie, Beoordeling en Certificering. In Vlaanderen toegepast door o.a. AHOVOKS en VDAB in de sportsector.

Youthpass (Erasmus+ Jeugd)
Een instrument om leerervaringen in jeugdwerk of sport zichtbaar te maken. Stimuleert zelfreflectie en versterkt informele leerervaringen.

ECVET & EU VET Recommendation
Eerdere credit-systemen voor informeel leren zijn geïntegreerd in nieuwe kaders, maar blijven richtinggevend voor sectorale erkenning.

CEDEFOP-richtlijnen
Bieden kwaliteitskaders voor erkenning van informeel leren, en benadrukken samenwerking tussen onderwijs, werkveld en het middenveld.

Voor clubs betekent dit: ervaring telt écht – en je kan er structureel mee aan de slag.

 

Wat kan een sportclub concreet doen?

Je hoeft geen formele opleidingsinstelling te zijn om leren te stimuleren. Deze 5 stappen maken jouw club tot een leeromgeving:

  1. Creëer een leercultuur
    ➤ Geef feedback, organiseer reflectiemomenten, benoem groei.
    ➤ Sluit aan bij identificatie (VNFIL-fase 1).

  2. Documenteer leerervaringen
    ➤ Gebruik logboeken, Google Forms of Youthpass om bij te houden wat trainers leren.
    ➤ Sluit aan bij documentatie (fase 2).

  3. Stimuleer peer learning en coaching
    ➤ Werk met buddy-systemen, observaties of korte uitwisselingen.
    ➤ Versterkt informeel leren en bereidt voor op beoordeling (fase 3).

  4. Erken inzet en competenties
    ➤ Geef symbolische badges of titels (“U8-expert”).
    ➤ Koppel leerinspanningen aan EVC- of VKK-trajecten.
    ➤ Sluit aan bij certificering (fase 4).

  5. Verbind met formeel leren
    ➤ Bied VTS-modules aan als verdieping, niet als verplichting.
    ➤ Erken clubervaring als opstap naar vrijstellingen.

 

Regionale workshopreeks voor sportclubs

Wil je met je club aan de slag? Een vijfdelige workshopreeks voor sportcoördinatoren en bestuursleden (georganiseerd door bv. de Sportregio) helpt je bouwen aan een sterk leerbeleid:

  1. Waarom leren essentieel is in clubs

  2. Informeel leren versterken via praktische tools

  3. Leercultuur bouwen – motivatie en zelfsturing

  4. Formeel leren slim inzetten – bruggen bouwen

  5. Van visie naar actieplan – structureel en haalbaar

Na afloop beschikt je club over:

  • Een gedragen visie op leren

  • Een concreet actieplan

  • Aanduiding van mentoren of leercoaches

  • Aansluiting op Vlaamse en Europese kaders

 

Slotgedachte

Informeel leren is geen ‘bonus’ – het is het fundament waarop jeugdtrainers groeien.
Als sportclub kan je dit versterken door te ondersteunen, te structureren en te erkennen. En dankzij Europese kaders staat er een stevig beleid achter. Zo maak je van jouw club niet alleen een plek om te sporten, maar ook om te leren en te groeien.

.