Vanaf seizoen 2025-2026 zetten we in het kader van ‘De trainer op 1’ clubverantwoordelijken aan het woord. Hoe brengen zij de theorie in de praktijk? Het Clubplan Trainers vormt telkens het vertrekpunt.

Deze keer spreken we met Joke Leijssen, lid van het jeugdbestuur van VC Geel, één van de clubs binnen de Kempense Volleybalacademie. 

Welke tendensen merken jullie de laatste jaren in verband met jeugdtrainers?

Joke:
“We merken dat het engagement van trainers anders is dan vroeger. Waar trainers vroeger twee keer per week trainden en bij elke wedstrijd aanwezig waren, is dat nu meer versnipperd. De goesting is er nog steeds, maar het wordt anders ingevuld.

Tijdens ons jeugdweekend zien we bijvoorbeeld veel helpers. Het is een afgebakend moment, waardoor mensen het gemakkelijker kunnen combineren met andere verplichtingen. En vaak blijven ze daarna ook betrokken bij de club.

Bij onze jongste ploegen, zoals de U11, is het engagement ook anders. Veel kinderen komen uit de volleybalschool en spelen maandelijkse tornooitjes. Als ze dan wekelijks wedstrijdjes moeten spelen vergt dit een aanpassing. 

Hoe inspireert en ondersteunt het clubbestuur haar jeugdtrainers op lange en korte termijn?

Joke:
“Ons jeugdweekend, met zo’n 90 deelnemers, is elk jaar een echt hoogtepunt. Daar versterken we niet alleen de band tussen spelers, maar ook tussen trainers.

Trainers worden aangemoedigd om een diploma te behalen. Wie slaagt, krijgt het inschrijvingsgeld terug, en de vergoeding is afgestemd op het behaalde diploma. Daarnaast zorgen we voor waardering: een attentie tijdens Nieuwjaar of het beachtornooi, een coachbord, een gadget tijdens de kerststage… Kleine dingen die tonen dat we hun inzet zien en appreciëren.

We vinden het belangrijk dat de organisatie en het materiaal goed in orde zijn. Dat geeft vertrouwen en rust, en dat straalt af op de hele werking.”

Joke:
“Ons jeugdbestuur bestaat uit vijf mensen. We vergaderen maandelijks, en drie keer per jaar samen met het hoofdbestuur.
We gebruiken Twizzit om informatie te delen en de communicatie soepel te laten verlopen.

Elk bestuurslid is aanspreekpunt voor een leeftijdscategorie. Zo weet elke trainer bij wie hij terechtkan. Jonge trainers kunnen bijvoorbeeld altijd bij Hanne, ons jeugdbestuurslid, terecht.

Sinds vorig jaar hebben we ook een interne trainersbegeleider. Die ondersteunt en coacht nieuwe trainers, zodat ze zich snel thuis voelen.

We zijn echt een grote familie. Dat gevoel van verbondenheid is onze grootste kracht.”

Wat is de belangrijkste vraag die jullie stellen aan jeugdtrainers – en welke antwoorden krijgen jullie?

Joke:
“Elk jaar in december organiseren we een trainersvergadering en een bevraging via mail.
We vragen onder meer: ‘Ben je goed gestart?’, ‘Hoe loopt het nu?’ en ‘Wat wil je volgend jaar doen?’

Zo blijven we in contact en weten we wat er leeft.
Marthe, één van onze jeugdbestuursleden, zorgt ook dat trainers op de hoogte blijven van bijscholingen en subsidies. Dat motiveert en helpt hen verder groeien.”

Wat is je grootste wens?

Joke:
“Dat we niet de dupe worden van ons eigen succes. We groeien, en dat is geweldig, maar het moet wel haalbaar blijven voor iedereen.
We proberen altijd kort op de bal te spelen om kleine uitdagingen snel aan te pakken. Zo voorkomen we dat ze groter worden.

Zolang we dat blijven doen, kunnen we blijven bouwen aan een warme, sterke club waar iedereen zich goed voelt.”

VC Geel bewijst dat investeren in mensen loont. Door aandacht te hebben voor begeleiding, waardering en verbondenheid, bouw je als club niet alleen sterke spelers, maar ook sterke trainers.

Hoe zorgen jullie in jouw club voor verbondenheid en groei bij jeugdtrainers? Deel jullie aanpak in de reacties – samen inspireren we elkaar!

Jan Cuypers (22/10/2025)