Meegaan met de tijd, omdat alles permanent verandert. Uit grote nieuwsgierigheid nieuwe kennis vergaren. Check. 
Elke dag een betere trainer willen worden, zodat je meer waarde aan je sporters kan bieden. Uit groot respect voor je spelers/atleten. Check.
Jezelf verdiepen, om zo je eigen sport in zijn geheel vooruit te helpen. De wereld wordt er een stukje mooier door. Check. 

Het zijn enkele van de vele redenen waarom ikzelf dagelijks wilde leren als trainer.  

Concreet betekende dit dat ik een professionele opleiding heb gevolgd, alle opleidingen van de Vlaamse Trainersschool heb doorlopen, aanwezig was op bijscholingen, samengewerkt met meer ervaren trainers, uren gesproken met collega-trainers over inhouden/spelers, ..., analyses/evaluaties gemaakt, veel gelezen en syntheses gemaakt, ... . Het bleef maar voortduren. 
En ... er waren nog meer trainers die het zo deden ... en ook trainer die meer en beter deden ... 

Achteraf gezien is het heel interessant om als trainer een uitdaging zoals bv. een bepaalde ploeg coachen, specifieke moeilijke situaties aanpakken, bepaalde spelers trainen, ... aan te gaan en daar al je kennis en energie in te steken. Door elke dag opnieuw jezelf voor te bereiden op basis van al je ervaringen ontdek je nieuwigheden, leer je zelf bij. Het leuke voor jouw spelers is dat ze begeleid worden door een trainer wiens rugzak dag na dag groter wordt. Dit kan veel vertrouwen geven voor zowel spelers als trainer. 

De nieuwe kennis komt vanuit je eigen ervaringen. Deze is van onschatbare waarde. Ze kan worden aangevuld met kennis van buitenaf. Dit is enorm verrijkend. Hier speelt de collectieve intelligentie. Om de allergrootste uitdagingen aan te pakken is een sterk en divers team van experts interessant.    

Daarom blijf het interessant om situaties te creëren waarin trainers zichzelf kunnen ontwikkelen. De dag van vandaag zijn er ontzettend veel kansen. Beelden, cijfers, interviews, onderzoeken, uitzonderlijke gebeurtenissen, meer mensen die zich met sport bezighouden, ... . Nog nooit zijn de mogelijkheden om te leren zo gunstig geweest. 
Daartegenover staat dat in onze Kempense regio en de sporten waar ik momenteel bij betrokken ben, de clubs het jaar na jaar moeilijker hebben om trainers te vinden. Verder zijn trainers steeds minder geneigd om zichzelf te ontwikkelen ten voordele van de spelers/sporters. (In Vlaanderen waren er 71.258 trainers in 2021. In 2023 zijn er dit 4% meer. Jaarlijks haakt 20% van de trainers af en komen er 20% nieuwe in de plaats. 4.5 op de 10 trainers beschikt over een kwalificatie.)

Concreet organiseerden we de voorbije periode de opleiding multimove. Zoals altijd vraag ik op voorhand aan de clubverantwoordelijken of er kandidaat-deelnemers zijn. Geen probleem, dus starten maar. Het is een hele waslijst van acties die door diverse instanties dient te gebeuren om een opleiding in de praktijk te kunnen laten doorgaan. Op zich niet zo erg, we doen het voor de versterking van de lokale sportclubs die op haar beurt ten dienste staan van de jongste sportertjes in het dorp. Voor het eerst in mijn carrière diende ik een opleiding af te gelasten. Er waren te weinig deelnemers. Clubverantwoordelijken vertellen mij dat jongeren niet lang op voorhand plannen: ze bekijken vandaag wat ze morgen gaan doen. Achteraf blijkt dat diezelfde jongeren een andere opleiding volgen, eentje waarbij er meer vooruitzichten zijn om een centje bij te verdienen. Is het dan toch (ook) om de centen te doen?

Enkele jaren geleden organiseerden we de opleiding initiator badminton. We startten met een 15-tal deelnemers waarvan een 7-tal trainers betrokken bij de Kempense Badmintonacademie. 5 jaar hebben we ons erop voorbereid o.a. met het systeem van extra techniektrainingen op zaterdag voor jonge spelers begeleid door gediplomeerde en gemotiveerde trainers onder leiding van een expert. Uiteindelijk waren er een 5-tal potentiële kandidaten waarvan er 1 effectief de opleiding aanvatte. De anderen waren niet geïnteresseerd om trainer te worden of gingen verder studeren. Alle respect voor deze keuze. Soms moet je een beetje geluk hebben, deze keer niet dus. (De andere 6 Kempense trainers waren wel bij de club maar niet betrokken bij de extra techniektrainingen)  Omwille van de coronapariode werd een opleiding over een langere periode. Dit kan ook voordelen hebben. Het is maar hoe je het bekijkt. Op het einde van de rit is de eindbalans dramatisch in functie van de vooropgestelde doelstelling. 0 trainers uit onze regio behaalden hun diploma C. Iedereen had er zijn reden/zijn eigen verhaal bij te vertellen. Wat gebeurt er hier allemaal? 

Bij de grote en populaire sporten hebben onze clubs ook problemen, maar minder, om trainers te vinden die een opleiding willen volgen. Zo merk ik dat bv. bij de voetbalclubs die 2, 3 of 4 sterren hebben er wel trainers zijn die een opleiding volgen. De federatie heeft een structuur opgezet waarbij het verplicht is om gediplomeerde trainers te hebben om de sterren te kunnen blijven behouden. Daarom motiveren clubs met sterren hun trainers om de nodige opleidingen te volgen. Zo gebeurt het dan, weliswaar heel vaak met veel gegrom. 
Ook in andere sporten zijn er verplichtingen en dienen er bijscholingen gevolgd te worden. Dit is een regel. Ook hier is er veel gezeur. Maar het gebeurt wel.

De sfeer verbetert er echter niet op. De motivatie is eerder extern. De échte toepassing van de geleerde inhouden blijft eerder beperkt. Trainers haken heel snel af. Dan maar nieuwe trainers zoeken, hen verplichten om opleidingen te volgen. We zitten in een cirkel. Ik weet niet hoe lang we dit systeem nog kunnen volhouden. We zitten in een situatie die tot uitputting leidt in plaats van voor energie zorgt. En we hebben ze zelf gecreeerd. 

We kunnen dus zelf systemen creëren. Daar moeten we goed over nadenken, zeker als het gaat over collectieve systemen, want alles heeft zijn voor- en nadelen. 

We mogen heel blij zijn met het bestaan van de Vlaamse Trainersschool, het vroegere LCK. Iedereen die wil kan een degelijke opleiding volgen. Alles is voor handen en goed geregeld. De keuze is heel groot. En men gaat mee met de tijd: E-learning, modulaire systemen, keuzetrajecten, ... . Hopelijk kan dit zo nog lang blijven duren. 
Ook bij federaties zijn er goede inspanningen. De Vlaamse verantwoordelijken hebben een goede beleidskeuze gemaakt en ze worden eigentijds in de praktijk gebracht. De vraag die we ons kunnen stellen is bv. hoeveel trainers een opleiding/bijscholing zouden volgen als er geen structurele verplichtingen zouden zijn. Onze kinderen en jongeren verdienen kwaliteitsvolle trainers die met hen begaan zijn. Natuurlijk. De maatschappij gaat echter meer en meer in de richting waarbij steeds minder mensen kiezen om trainer te willen worden en er iets anders voor willen laten. Vele mensen willen heel veel: én trainer zijn, én een carrière, én op reis gaan, ... . Uiteraard is iedereen vrij om zijn/haar eigen keuze te maken. Mensen vertellen dat ze veel centen nodig hebben voor het dagelijkse leven. En die kan je niet verdienen in de lokale sportclub. Ze willen wel trainer worden, maar daar willen ze vaak centen tegenover hebben. Daarom zijn er wellicht veel piepjonge trainers die een zakcentje willen bijverdienen. En met dat extra centje kunnen ze dan de dingen doen die ze zelf graag doen. Het 'ik als trainer' staat centraal eerder dan de spelers/sporters. 

Kinderen en jongeren hebben tegenwoordig heel veel kansen om zelf te leren. Veel info staat op het internet. Dansers, skaters, urban sporters, ... besteden uren aan hun hobby samen met hun vrienden. Ze trekken hun plan en geraken op hun manier verder met hun DIY-mentaliteit. We mogen ontzettend blij zijn dat dit gebeurt. De vrije tijd wordt vrij ingevuld. Het is een goede manier om geluk te vinden, om zelfvertrouwen te ontwikkelen, om elkaar te waarderen, ... . Ervaren attitudes, ontwikkelde vaardigheden en geleerde kennis worden meegenomen in de levensrugzak. 
Sporters met ambitie en talent hebben in de ruime Kempense regio voldoende kansen om een kwaliteitsvolle, intrinsiek gemotiveerde trainer in een stevige clubstructuur te vinden. De sterke sportclubs die kwaliteit bieden zullen zeker blijven bestaan.  En ook de topsportscholen hebben meer dan hun recht van bestaan. 
Sportclubs die minder sterk zijn, vaak ook bij de minder gekende sporten, ... hebben het zeer moeilijk om trainers te vinden en te behouden. En dit is al een 10-tal jaren aan de gang. Enkele clubs zijn ondertussen verdwenen. Geen haan die erom kraait. De klant (ouders en hun kinderen) zoekt wel een andere oplossing. En die zijn er blijkbaar genoeg. 

Kortom, er liggen vele kansen voor ons open. Wellicht staan we echter ook voor de opdracht om afscheid te nemen van systemen die in bepaalde situaties niet meer werken. En dit laatste is voor velen blijkbaar emotioneel zeer moeilijk want anders was er al veel meer verandering geweest ondertussen. Deze overgangsperiode is lastig en daarom ook zo boeiend. En hoe moeilijker het wordt hoe meer we elkaar dienen te steunen. We hebben iedereen nodig. In deze zone wil ik graag mijn steentje blijven bijdragen. Benieuwd waar we zullen uitkomen.       

Jan Cuypers (20/08/2023)