In het kader van 'De Trainer op 1' gaan we met Jeugdsportnet Zuiderkempen in de periode 2023-2026 op zoek naar manieren om trainers te rekruteren, de huidige trainers langer te behouden en het aantal exit-trainers te beperken. We geven onszelf de ruimte om het begrip 'trainer' zo breed mogelijk te bekijken. 

 

Tijdens gesprekken met clubverantwoordelijken gaat het vaak over trainers. Eén van eerste onderwerpen die steeds naar boven komen is het opleiden van trainers. Uiteraard is dit essentieel en daarom is het één van de pijlers van ons project 'De trainer op 1' en dit naast de pijlers 'trainers rekruteren', 'trainers waarderen', 'trainers op de juiste plaats', 'het bestuur steunt', 'de regio verbindt' en 'partners doen mee'. Bij het opleiden van trainers vindt men dat trainers de primaire  taak hebben om kinderen en jongeren de betrokken sport aan te leren. Wetenschappelijke leertheorieën vormen  hierbij uiteraard de basis. Ook de kinderen en jongeren zelf geven aan dat ze beter willen leren sporten. Hiermee bedoelen ze in de meeste gevallen het aanleren van technieken en taktieken. En ook de fysieke factoren mogen niet uit het oog worden verloren. En omdat er heel weinig tijd is, stopt hier heel vaak het verhaal. Zo is er meestal geen tijd voor bv. motiverend coachen bij de Kempense Volleybalacademie, alhoewel beslist is om dit thema als rode draad te kiezen. Waarom is het niet mogelijk om dit thema op gepaste wijze in alles breed te betrekken? Waarom is het niet mogelijk om er bij zoveel mogelijk acties toch een minimale aandacht aan te besteden? Als er geen tijd voor is, waarom heeft men het dan gekozen als hoofdthema? Wellicht is het in de toekomst interessant om te vertrekken van de beschikbare tijd om vervolgens te kiezen hoe men deze tijd gaat invullen. Als de tijd heel beperkt is, worden er best strakke keuzes gemaakt. 

In de huidige sportclubs zijn de verantwoordelijken heel vaak ex-sporters die in hun jonge jaren met hart en ziel hun sport hebben beoefend. Het zijn de ambitieuze sporters van vroeger die trainer, bestuurslid, vrijwilligers,ref, .. worden. En de verenigingen waarin zij functioren zijn dan competitie-georiënteerd met meestal een piramidale structuur. In de traditionele sportvereniging zijn sociale sporters minder aan zet. Sociale sporters van vroeger komen meestal terecht in het sociale deel van de club zoals bv. het feestcomité, nevenactiviteitencomieté, kantinecomité, ... . Om de club draaiende te houden zijn deze comités essentieel en daarom minstens zo belangrijk als sportieve/ambiteuze comitees. De sponsorcel is vaak hoofdzakelijk gericht op de clubteams die sportief het best functioneren. Dit geldt ook voor de communicatiecel. 
Is het mogelijk/gebeurt het veel dat sociale sporters van vroeger verantwoordelijke functies op zich nemen in eerder ambitieuze sportclub? En omgekeerd kan men de vraag stellen of het mogelijk is dat ambitieuze sporters van vroeger verantwoordelijke functies op zich nemen in eerder sociale sportclubs? Persoonlijk ken ik zo eerder weinig mensen. 
In de volleybalclubs van de Kempense Volleybalacademie merken we dat vanaf ongeveer 14 jaar vooral ambitieuze trainers aan de slag zijn. We merken ook dat vanaf ongeveer 15, 16 jaar het aantal sociale volleyballers fel daalt. Ambitieuze trainers willen vooral training geven aan volleyballers die de basistechnieken onder de knie hebben. Bij beginnende volleyballers zijn eerder sociale trainers te vinden. Er zijn minder ambitieuze trainers dan sociale trainers. Steeds minder mensen willen trainer worden. Daarom zullen er in de toekomst wellicht minder ambitieuze trainers zijn, en ook minder sociale trainers. Als er minder ambitieuze trainers zijn zullen er minder ambitieuze volleyballers blijven volleyballen en zal het aantal ambitieuze trainers generatie per generatie blijven dalen. De grote vraag is hoe we deze cirkel kunnen doorbreken? 

Wellicht is het zinvol om te blijven inzetten om ambitieuze volleyballers, zodat deze na hun actieve sportcarrière kunnen doorgroeien als trainer. De omstandigheden voor ambiteuze teams dienen te worden geoptimaliseerd.Het is een goed idee om aparte projecten op te zetten met een ambitieuze omkadering voor ambitieuze teams. Wellicht is hiervoor een regionale structuur nodig. Niet elke club kan een ambitieus plan in de praktijk brengen. 
Om zoveel mogelijk clubs levendig te houden is het nodig om in te zetten op sociale spelers, sociale trainers en sociale clubs. Dit betekent dat we sociaal georiënteerde bestuurders nodig hebben. En net dit type bestuurders hebben we eerder niet, of er wordt in elk geval veel minder aandacht aan besteed mede omdat het in onze jeugdsportcultuur in de sportclubs met jeugdwerking heel vaak gaat over presteren. Omdat er momenteel in sportclubs hoofdzalijk een prestatiecultuur heerst haken vele sociale sporters en trainers af. 

Langzaam maar zeker ontwikkelen we een taal voor sociale sporters. In het vernieuwde stramien van de Vlaamse Trainersschool is voor het eerst sprake van sportparticipatie aan de ene kant en competitiesport langs de andere kant. De opleiding Start 2 Coach bevat vele sociale aspecten. En de opleiding Coach 4 Skills is erop gericht om trainers te leren hoe ze sporttechnische vaardigheden kunnen aanleren los van een specifieke sporttak. Met het project Social Sportup wil Sport Vlaanderen vooral sociaal - sportieve projecten ondersteunen. Het boek 'De gelukkige sportvereniging' beschrijft het belang van sociale binding en hoe je dit aanpakt. Het project Fitfluencers beschrijft diverse sportpersona's bij Gen Z met o.a. sociale sporters en ambitieuze sporters. Bij Open Sportparken ligt het accent op laagdrempelige participatie. En open sportclubs gaan mee met de tijd. 

Ambitieuze trainers hebben we en zullen we blijven nodig hebben. Om kwaliteitsvol te kunenn blijven werken zijn we misschien wel genoodzaakt om de krachten te bundelen en regionaal te werken.
De sociale sporters zullen het meest vertegenwoordigd zijn en dienen laagdrempelig dicht bij huis te kunnen sporten al dan niet onder begeleiding van coaches/trainers met vooral aandacht voor het sociale aspect.   

 

Jan Cuypers (24 september 2023)